OVERDENKING 11-07-2023

DE RECHTERSTOEL VAN CHRISTUS

2 Korinthe 5:10: Want wij moeten allen voor de Rechterstoel van Christus openbaar worden, opdat ieder vergelding ontvangt voor wat hij door middel van zijn lichaam gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad.

Er zijn veel beweegredenen in het leven van een gelovige (christen). Ieder persoon heeft veel redenen in zijn of haar leven (om te leven) die hem of haar motiveert om het te bereiken. Je kan niet leven zonder een doel, dan ben je dood. Een van de beweegredenen van ons leven hier op aarde, die we niet onderuit kunnen, is dat we op een dag verantwoording moeten afleggen over ons leven aan Christus. We moeten verantwoording afleggen over de tijd en de voorzieningen, die God heeft gegeven aan ons sinds de dag dat Hij ons heeft aangenomen als Zijn kinderen. Elk persoon moet straks verantwoording afleggen voor wat hij of zij gedaan heeft in zijn lichaam, hetzij goed, hetzij kwaad, hetzij tot verheerlijking van Christus of tot zijn eigen eer. God behagen met je  leven of mensen behagen met je leven.

Veel mensen leven met de gedachte dat als je tot bekering bent gekomen dan is het klaar. Je bent er al; je bent een kind van God; burger van het Koninkrijk van God. Dan kan je gewoon leven en genieten van je nieuwe staat als een kind van God en als de tijd komt dan ga je naar de hemel en leef je verder zonder zorgen en lasten. Het is veel comfortabeler te geloven, dat christenen de hemel zullen binnengeleid worden, zonder dat er vragen zullen worden gesteld over hun trouw hier op aarde. Maar volgens de Bijbel is dat niet wat er zal gebeuren.

Paulus waarschuwt ons, dat op de laatste dag, bij het eindoordeel, elke gelovige verantwoording dient af te leggen over wat hij of zij gedaan heeft in zijn/haar leven op aarde. Jezus heeft alles verlaten en zichzelf geofferd om de mens weer terug te brengen tot de Vader. We zijn duur betaald zegt Gods Woord

1 Korinthe 6:19,20: Of weet u niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, Die in u is en Die u van God hebt ontvangen, en dat u niet van uzelf bent. 20 U bent immers duur gekocht. Verheerlijk daarom God in uw lichaam en in uw geest, die van God zijn.

Sinds de eerste dag dat je tot bekering bent gekomen is je lichaam niet meer van jezelf, maar van God. Je lichaam is een tempel van God geworden, want Gods Geest woont in je lichaam. Je moet met alles wat je in je lichaam doet rekening houden met de Eigenaar van je lichaam. Daarom moet je God verheerlijken in je lichaam en in je geest. We moeten verantwoording afleggen voor wat we gedaan hebben in ons lichaam. Niemand kan het ontlopen.

Als we staan voor de rechterstoel van Christus, kunnen we niets meer verbergen; we kunnen onszelf niet verdedigen, want alles komt tot het licht. Het boek van je leven wordt geopend. We hebben niets meer te zeggen. Alles wordt geopenbaard, hetzij goed hetzij kwaad.

Onze zonden zijn vergeven; wat voor kwade dingen wordt dan geopenbaard? Wat is het goede dat je in je lichaam heeft gedaan? God verheerlijken in je lichaam en in je geest, de tempel van de Heilige Geest; Hem behagen, dat zijn de goede werken. Christus werkt door je lichaam. Je bent één met Christus. Christus in ons en wij in Hem.

Kwade werken zijn de werken tot verheerlijking van jezelf. Jezelf behagen en mensen behagen. Alles wat niets te maken met het verheerlijken van God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest.

De verwachting van de verschijning van de gelovigen voor de rechterstoel van Christus, motiveerde Paulus om er naar te streven God te behagen in alles wat hij deed. Zo waarschuwde hij ons ook.

2 Korinthe  5:9-11: Daarom stellen wij er ook een eer in, hetzij inwonend (nog in dit lichaam), hetzij uitwonend (bij de Here), om Hem welbehaaglijk te zijn. Want wij moeten allen voor de rechterstoel van Christus geopenbaard worden, opdat ieder vergelding ontvangt voor wat hij door middel van zijn lichaam gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad.

Paulus wist dat hij hier op aarde heel zijn leven de zachte stem van de Heilige Geest zou kunnen negeren. Maar een moment van verantwoording zou aanbreken, waarop hij zou moeten uitleggen, waarom hij Gods aanwijzingen had afgewezen. Daarom zegt hij in de volgende tekst:

1 Korinthe 9:26-27: Ik loop niet zonder duidelijk doel en ik vecht zó met de vuist dat ik niet maar wat in de lucht sla, Maar ik oefen mijn lichaam op harde wijze en maak het dienstbaar, opdat ik niet misschien na anderen gepredikt te hebben, zelf verwerpelijk word.

Paulus ging er nooit zorgeloos vanuit, dat God – vanwege zijn prestaties voor het Koninkrijk van God – zijn zonde door de vingers zou zien. In plaats daarvan begreep hij dat van degene aan wie veel gegeven is, ook veel verwacht wordt en Hij was zich duidelijk bewust, dat Jezus hem veel dingen heeft toevertrouwd, dat hij ook meer verantwoording moest afleggen.

Lukas 12:48: Wie echter zijn wil niet gekend heeft en dingen gedaan heeft die slagen verdienen, zal met weinig slagen geslagen worden. En van ieder aan wie veel gegeven is, zal veel teruggevraagd worden en van hem aan wie men veel toevertrouwd heeft, zal men des te meer eisen.

God dringt ons Zijn wil niet op. Hij zal wel van ons vragen verantwoording af te leggen van de manier waarop wij gehoor aan Hem hebben gegeven. Op die dag zal alles geopenbaard worden. Wat we gedaan hebben met de tijd en de voorzieningen die God heeft gegeven aan ons toen we Zijn kinderen zijn geworden. Gelovigen hebben vergeving ontvangen door het offer van Jezus. Wij staan niet veroordeeld, maar God is volmaakt rechtvaardig. Wij zullen opgeroepen worden om verantwoording af te leggen van onze daden. Het christelijk leven draagt een geweldige vrijheid met zich mee. Maar het sluit ook een doordringend besef in onze aansprakelijkheid tegenover God en anderen. We kunnen van Paulus leren, dat verantwoordelijkheidsbesef gezond is. Het verschaft een krachtige motivatie om God te behagen.

Zolang we nog in dit lichaam op aarde leven, hebben we nog steeds tijd om ons te onderzoeken, wat we doen in ons lichaam, de tempel van de Heilige Geest. We hebben nog tijd om ons leven te focussen op het doel van onze bekering en ernaar leven, opdat aan het eind van de tijd wanneer we voor de rechterstoel van Christus moeten verschijnen, onze Here Jezus tegen ons kan zeggen: Wél gedaan, gij goede en getrouwe kind en dienstknecht/dienstmaagd van Mij; over weinig zijt gij getrouw geweest, over veel  zal Ik u stellen, Prijst de Heer!!

Amen.

De HERE zegene u allen

Edith Visser