OVERDENKING 30-10-2022

GROEIEN IN GELOOF

En de Heere zei: Als u een geloof had als een mosterdzaadje, zou u tegen deze moerbeiboom zeggen: Word ontworteld en in de zee geplant, en hij zou u gehoorzamen. Lukas 17:6

God heeft de mens geschapen met een doel, dat is om gemeenschap te hebben met Hem. HIJ heeft de mens naar Zijn beeld en Zijn gelijkenis geschapen en Hij heeft de mens zeer lief. Hij heeft alles geschapen voor de mens om te leven en het te bewerken om God ermee te verheerlijken. Hebt u wel eens stil gezeten en overpeinst hoe geweldig het plan van God is voor de mens en hoe wonderbaar God de mens geschapen heeft? David zegt in

Psalm 8:5,6: Wat is dan de sterveling, dat U aan hem denkt, en de mensenzoon, dat U naar hem omziet?  Toch hebt U hem weinig minder gemaakt dan God (Elohim. Hebr. Bible). en hem met eer en glorie gekroond.

De duivel was jaloers dat God de mens zo geweldig geschapen heeft om te leven in eenheid met God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest. Daarom probeerde de duivel Gods plan kapot te maken, maar niemand kan Gods plan kapot maken. Het staat vast. Daarom is Jezus gekomen om alles weer naar de oorspronkelijke staat te brengen en aan het kruis gezegd heeft: HET IS VOLBRACHT!.

Nu kan de mens weer in gemeenschap leven met Zijn Schepper. Elk persoon die tot bekering komt  wordt zijn/haar geest opnieuw geschapen. Het oude is voorbij gegaan, alles wordt weer nieuw als de oorspronkelijke staat. De mens is volmaakt gemaakt in Christus Jezus. Alles wat de mens nodig heeft, heeft God de Vader in Zijn Zoon gelegd, daarom kan je alleen leven en genieten van alle voorzieningen als je in Jezus gelooft en in Hem blijft.

Als u Jezus heeft aangenomen als uw Redder en Verlosser, bent u volmaakt gemaakt door God in Jezus Christus. God heeft aan ieder nieuwgeboren kind van Hem dezelfde maat geloof gegeven (Rom 12:3), het geloof van de Zoon van God, het geloof van God.

Galaten 2:20 SV: Ik ben met Christus gekruisigd; en ik leef, doch niet meer ik, maar Christus leeft in mij; en hetgeen ik nu in het vlees leef, dat leef ik door het geloof des Zoon van God, Die mij liefgehad heeft en Zichzelf voor mij heeft overgegeven.

Galaten 2:16SV: Doch wetende, dat de mens niet gerechtvaardigd wordt uit de werken der wet, maar door het geloof van Jezus Christus, zo hebben wij ook in Christus geloofd, opdat wij zouden gerechtvaardigd worden uit het geloof van Christus, en niet uit de werken der wet.

Want uit genade zijt gij zalig geworden door het geloof; en dat niet uit u, het is Gods gave. Efeze 2:8

Het geloof is de gave van God. God heeft het in elk kind van Hem geplaatst, het geloof van Christus; het geloof die de doden heeft opgewekt, de storm heeft stilgelegd, zieken heeft genezen. Geloof die JEZUS uit de doden heeft opgewekt. Prijst de Heer.

Petrus zegt in

2 Petrus 1:1: Simeon Petrus, een dienstknecht en apostel van Jezus Christus, aan hen die een even kostbaar geloof ontvangen hebben als wij, door de gerechtigheid van onze God en Zaligmaker,         Jezus Christus.

We hebben allemaal dezelfde maat geloof ontvangen toen we tot bekering zijn gekomen. God heeft geen aanziens des persoons; God heeft iedereen even lief. Maar waarom heeft het niet hetzelfde resultaat bij ieder kind van God? Dat ligt niet aan God.

Toen het de discipelen niet gelukt was de maanzieke jongen te genezen, zei Jezus in

Mattheus 17:20:  Vanwege uw ongeloof, want voorwaar, Ik zeg u: Als u een geloof had als een mosterdzaad, u zou tegen deze berg zeggen: Verplaatst u van hier naar daar! En hij zou gaan, en niets zou voor u onmogelijk zijn.

Veel mensen begrijpen van het mosterdzaad dat het een klein geloof was; als je maar een klein geloof hebt dan kan je de grote berg verplaatsen. Maar het gaat Jezus niet om een klein geloof. In Markus 4 heeft Jezus weer over het mosterdzaad; het Koninkrijk van God wordt vergeleken met een mosterdzaad. Als Jezus vertelt over het mosterdzaad, dan gaat het niet om de grootte van de zaad, maar over de kracht dat in het mosterdzaad is, en dat kan je ontdekken als het gezaaid wordt, dan zal het groeien tot een boom. Zo is ook het geloof die God heeft geplant in ons nieuw geboren geest, het moet gebruikt worden dan zal het groeien. Je kan het geloof niet gebruiken voor grote dingen als je niet begint met voor kleine dingen je geloof te gebruiken. Het mosterdzaad moet eerst in de grond gezaaid worden dan gaat het groeien. Zo is het ook met ons geloof. We kunnen niet direct beginnen met bergen te verplaatsen als je het geloof nog niet gezaaid hebt.  

Laten we Abrahams wandel in geloof met God bekijken. Stap voor stap moet God hem begeleiden in zijn geloof en vertrouwen op God. Toen hij geroepen werd door God om zijn land en zijn familie te verlaten om een nieuw begin te maken met God in een heel nieuw land, gehoorzaamde hij God (Handelingen 7:4). Hij verliet zijn land, maar hij kon zijn familie niet verlaten, hij nam zijn vader, zijn broer en zijn neef mee. Abraham is gehecht aan zijn familie. Hij kwam in Haran, en bleef daar 25 jaar lang. Misschien dacht hij ‘dit is het nieuwe land’ dat God bedoelde. Maar na de dood van zijn vader hoorde hij weer de stem van God, dat hij zijn land en familie moet verlaten en naar een land dat God hem wijzen zal  en hij zal een groot volk worden (Genesis 12:1,3). Hoe zou het worden; hij is nu al 75 jaar en zijn vrouw Sarai is onvruchtbaar. Hij gehoorzaamde God en vertrok, maar kon zijn neef toch niet achterlaten. Hij moet toch iemand van zijn familie bij zich hebben, misschien zal door hem Gods belofte vervuld worden. Toch is Gods plan anders dan hij denkt. Hij moet afscheid nemen van zijn neef Lot. Hij moet leren vertrouwen op God, dat is geloof! En toen Lot wegging van hem, verscheen God weer aan hem en herhaalde God weer Zijn belofte aan Abraham (Gen 13:13-17). Lot is weg, hij en Sarai zijn al oud en bovendien is zij onvruchtbaar. Hoe zou God zijn belofte aan hem vervullen. Dan rest nog zijn knecht Eliëzer (Genesis 15:2,3). Maar God zegt, nee, deze man zal niet uw erfgenaam zijn, maar iemand die uit uw eigen lichaam voortkomt (Genesis 15:4).

En hij geloofde in de Heere, en Die rekende hem tot gerechtigheid Genesis15:6.

We zien hier het geloof van Abram begint te groeien. En als we verder lezen, dat God zijn verbond met Abram bekrachtigd heeft met een offer (Genesis 15:7-21). Maar nu zit hij weer met een probleem, Sarai is onvruchtbaar, hoe gaat God zijn belofte vervullen? Hij vertelde het verbond die God heeft gemaakt met hem, aan Sarai. En die heeft een oplossing, en gaf haar slavin aan Abraham dan zou die op haar schoot bevallen. Dat klinkt allemaal heel makkelijk maar de gevolgen zijn niet zo als ze gedacht heeft. Groot probleem! Dan kwam God weer tot Abram. Hij was ondertussen al 99 jaar en Sarai 89 jaar. Leeftijd die onmogelijk is om een kind te baren. God sprak tot Abram:

Ik ben God de Almachtige! Wandel voor Mijn aangezicht en wees oprecht.(Genesis 17:1).

God gaat weer Zijn verbond met Abram opnieuw sluiten. Genesis 17:4-8.

En hij krijgt een nieuwe naam, Abraham, vader van menigte volken en Sarai wordt Sara, want God zal haar ook zegenen en haar een zoon schenken. Het is voor Abraham onmogelijk, hij is nu inmiddels 99 jaar oud en Sara 89, dan dacht hij weer aan Ismael, maar God zei volgend jaar op deze vastgestelde tijd zal Sara een zoon baren en de naam Izak geven. God leidt Abraham stap voor stap om te groeien in het geloof en vertrouwen op God. We weten dat de laatste stap van zijn geloof was het offer van zijn enige zoon Izak. Hierin zien we dat het geloof van Abraham in God op vaste grond staat. Onderweg naar de berg die God hem zal aanwijzen, zei hij tegen zijn knechten: Blijven jullie hier met de ezel, dan zullen ik en de jongen daarheen gaan. Als wij ons neergebogen hebben zullen wij bij jullie terugkeren (Genesis 22:5). Zijn geloof is nu vaste grond geworden, krachtig, niet meer wankelbaar. Toen Izak tegen hem zei dat ze geen offerlam hadden, zei Abraham in Genesis 22:8: God zal Zichzelf voorzien van het lam voor het brandoffer.

God zal erin voorzien: JEHOVA YIREH.

We zien dat totdat het altaar klaar was, was er nog geen lam. Hij pakte zijn zoon, die hij liefheeft en legde hem op het altaar. En juist op het moment dat hij Izak wou slachten, greep God in 

Genesis 22:12b: En de Heere zei: Nu weet Ik dat u Godvrezend bent en uw zoon, uw enige, Mij niet onthouden hebt.

Het geloof van Abraham staat nu vast.

Jakobus 2:22: Ziet u wel dat het geloof samenwerkt met zijn werken en dat door de werken het geloof volmaakt is geworden?

En de Schrift is vervuld die zegt: En Abraham geloofde God, en het is hem tot gerechtigheid gerekend, en hij werd een vriend van God genoemd Jakobus 2:23

En hoe staat het met ons? Abraham was nog niet wedergeboren. Zijn zwakke geloof werd stap voor stap door God begeleid tot het vaststaat.

Hebreeën 11:1: Het geloof nu is de vaste grond van de dingen die men hoopt, en het bewijs van de zaken die men niet ziet. (KJV).

Activeer het geloof van Jezus, die in u is, begin stap voor stap en u zal ontdekken dat uw geloof groeit en vaster wordt. De eerste stap van geloof is een hechte gemeenschap of relatie met God te houden. Door relatie heb je vertrouwen in elkaar. God, van Zijn kant heeft ons Zijn geloof, de zekerheid en vertrouwen gegeven. Begin nu ook van uw kant uw deel te geven door relatie te houden met God, hoe steviger je relatie met God is, zal ook je vertrouwen en geloof groeien. Vergeet nooit dat het geloof die we moeten hanteren is niet ons geloof, maar het geloof van Jezus Christus, die God geplaatst heeft in ons nieuwgeboren geest. En zoals Jezus zegt in

Johannes 15:7: Als u in Mij blijft en Mijn Woorden in u blijven, vraag wat u maar wilt en het zal u ten deel vallen.

Amen.

Gods rijke zegen,

Edith Visser.