OVERDENKING 21-09-2022

OPGAAN NAAR GODS HUIS

Voor de Joden betekende opgaan naar Gods huis opgaan naar de tempel in Jeruzalem  en dat “opgaan” kunnen we heel letterlijk nemen. Jeruzalem ligt namelijk in een kleine kom te midden van de heuvels. Psalm 125 zegt : “Rondom Jeruzalem zijn bergen, zo is de Heer rondom zijn volk van nu aan tot in eeuwigheid.” De pelgrims moesten een klim van zo´n 1200 meter maken om naar de tempel te gaan.

Wij mogen twee keer per week opgaan naar Gods huis, op de woensdag en de zaterdag. Daarbij zijn een aantal dingen van belang :

1.Hoe gaan we op naar Gods Huis?

2.Wat brengen we mee voor de Heer?

3.Waarom komen we naar Gods huis?

4.Wat mogen we van Hem ontvangen

1.Hoe gaan we op naar Gods Huis? De Joden trokken vanuit het hele land op naar de tempel in Jeruzalem.  Dat was vaak een lange tocht en tijdens die reis zongen ze liederen. We vinden ze in het boek van de Psalmen. Psalm 120-134 zijn Bedevaart liederen. Een van de bekendste is

Psalm 121 :”Ik hef mijn ogen op naar de bergen, vanwaar zal mijn hulp komen?”

Als ik het tuinpad oploop naar ons huis, kijk ik omhoog naar de bergen van Crevillente en dan moet ik altijd aan deze psalm denken.

En Psalm 122 zegt :”Ik was verheugd, toen men mij zeide : Laten wij naar het huis des Heren gaan.”

Ziet u het voor zich, die grote stoet pelgrims, zingend en vol blijdschap op weg naar Jeruzalem? Wat zal Jezus  vol verlangen hebben uitgezien naar de dag dat Hij als jongetje van twaalf met zijn ouders mee mocht naar Jeruzalem. Voor Hem had dit een veel diepere betekenis dan voor de anderen : Hij ging naar het huis van zijn Vader! En als we dat bedenken, is het toch niet zo verwonderlijk, dat Hij in Jeruzalem achterbleef, omdat Hij “bezig moest zijn met de dingen van zijn Vader”. Alleen Maria en Jozef begrepen dat toen niet. Misschien waren ze er zo mee vertrouwd geraakt, dat Hij hún zoon was en niet de Zoon van God.

Hoe gaan wij op naar Gods huis? Als wij in de auto stappen om naar de gemeente te gaan, luisteren we naar een cd met liederen, waarin onze Heer wordt groot gemaakt. Dat helpt ons om de dingen los te laten waar we die dag mee bezig zijn geweest en ons te richten op Hem. In onze gemeente in Utrecht zongen we vaak lied 80 van Opwekking:

Ik zal opgaan naar Gods huis met gejubel en gejuich;

Ik zal komen in zijn hof met lof.

Ik zal eren onze Heer die mijn dagen maakt.

Ik ben verheugd, want Jezus maakt mij blij.   

Een prachtig lied!

2.Wat brengen we mee? Voor een Jood was het ondenkbaar om met lege handen naar Gods huis te komen. Ze brachten een dier mee om aan de Heer te offeren, bij het Wekenfeest de eerstelingen van de oogst en later  de vruchten, als de hele oogst was ingezameld.

Wat brengen wij mee? Onze portemonnee om iets in de collectezak te kunnen doen? Dat is natuurlijk goed, maar ik denk, dat de Heer het meest blij is met onze lof, dank en aanbidding. Hij verlangt ernaar, dat we zeggen : “Hier is mijn hart , Heer, hier is mijn leven.”

3.Waarom komen we naar Gods huis? We komen om te vieren. Vieren kun je niet alleen doen, vieren doe je samen. Je kunt allerlei dingen vieren, je verjaardag bv. Samen met je familie en vrienden vieren, dat de Heer je weer een nieuw levensjaar heeft gegeven. In Lucas 15 vinden we een andere reden om feest te vieren.

Lucas 15 :23-24:“En haal het vetgemeste kalf en slacht het. Want we gaan feest vieren. Want mijn zoon hier was dood en hij is weer levend geworden. Want ik was hem kwijt, maar ik heb hem weer terug. En ze gingen feest vieren.” (BB)

De Joden gingen drie keer per jaar op naar Jeruzalem om voor de Heer feest te vieren: Het Pascha, het Wekenfeest en het Loofhuttenfeest. God zelf had hen opgedragen om dat te doen.

Als wij bijeenkomen in Gods huis zegt de schrijver van de Hebreeënbrief,

“dat wij genaderd zijn tot een feestelijke en plechtige vergadering van eerstgeborenen, die ingeschreven zijn in de hemelen en tot God, de Rechter over allen” (Hebreeën 12:23)

en lied 573 zegt :

We zijn hier bij elkaar om de Koning te ontmoeten,

We zijn hier bij elkaar om te eren onze Heer,

We zijn hier bij elkaar om te vieren dat Hij goed is en

We eren en aanbidden Hem, Jezus, onze Heer.

4.Wat mogen we van Hem ontvangen? Als wij de Heer onze lof, dank en aanbidding hebben geofferd, mogen we naar zijn Woord luisteren, dat Hij aan een van onze broeders heeft toevertrouwd. Ik vind het heel bijzonder, dat in de Joodse synagogen eerst Gods Woord gepredikt wordt en daarna volgt er een uitbundige lofprijs en aanbidding om God te danken voor zijn Woord. Ik ben dan ook heel blij, dat we na de preek nog een lied zingen om onze God alle eer te geven.

Voordat we naar huis gaan, ontvangen we de zegen. Bij de Joden was het de priester die het volk zegende, voordat ze aan de vaak lange reis naar huis begonnen. Bij ons is het de voorganger die de zegen over ons uitspreekt. Hoe ontvangen wij die zegen? Staan we al met één been in de startblokken om koffie te gaan drinken, de dienst is immers bijna afgelopen? Dan missen we iets heel belangrijks! Met de zegen die over ons wordt uitgesproken ontvangen we de Liefde van God die zoveel van ons hield, dat Hij zijn eigen Zoon voor ons offerde, de Genade van onze Heer Jezus Christus die aan het kruis al onze zonden droeg en de Gemeenschap van de Heilige Geest die voor altijd in ons wil wonen. Die zegen mogen we met ons meedragen en daarvan uitdelen aan anderen en daar kunnen we tijdens het koffie drinken al mee beginnen door een luisterend oor te hebben voor onze broers en zussen en hen te bemoedigen.

Opgaan naar Gods huis. Laten we het nooit als iets gewoons gaan beschouwen, maar als een groot voorrecht, een bijzondere genade van God, dat we deel mogen uitmaken van zijn Gemeente, dat we een plek hebben, waar we samen kunnen komen, waar we weten dat Hij in ons midden is en waar we elkaar kunnen ontmoeten.

Gods zegen

Auguste van Vriesland