OVERDENKING 17-05-2020

Geliefde broeders en zusters in de Here Jezus Christus,

Hoe moet je je hart voobereiden om alles te ontvangen wat God klaar heeft voor ons. Vanaf vrijdag zijn we eraan begonnen. Door de voorbeelden in de bijbel, onder andere over het leven van koning Rechabeam hebben we geleerd dat om te genieten van Gods tegenwoordigheid en alle voorzieningen die God klaar heeft voor ons, dienen  we ons hart erop te zetten God te zoeken. Constant te blijven in intieme relatie met God. God in alles bij betrekken. We hebben geleerd uit het leven en omgang an David met God. Daarom zei David:

Gij hebt nooit verlaten wie U zoeken, o Here, Psalm 9:10

Zoeken betekent intensief gemeenschap hebben met God dan ken je God persoonlijk en Gods hart. 

Het tweede punt hebben we gisteren gehad dat is Nederigheid of Zachtmoedigheid

We hebben gezien de omgang tussen Mozes en God. Geweldig, dat Mozes met God van aangezicht tot aangezicht praatte. Van mond tot mond. We zien ook dat door zijn intieme relatie met God, hij Gods hart kende en zijn hart werd ook precies als Gods hart, dat hij God kon roepen om berouw te hebben over Gods toorn tegen Zijn volk en God deed het. Hij weigerde Gods aanbod om met hem en zijn nakomelingen verder te gaan in Gods plan en de rest van het volk vernietigen. Zo hecht was zijn relatie met God dat hij zichzelf kan verloochenen, niet aan het welzijn van hem en zijn nakomelingen denken. Geweldig!. Het tegenovergestelde van nederigheid is hoogmoed, trots. Een mens is van nature IK(zelf) gericht, niet God gericht.

Adam en Eva leefden vóór de zondeval in een intieme relatie met God, heerlijk! Ze waren God gericht. Ze waren naakt, maar dat zagen ze niet. Hun aandacht en hun denken waren niet daarop gericht. Ze genoten van de heerlijkheid van God. Totdat de zonde kwam in hun leven, toen keerde hun blik (hun zicht) op zichzelf, vanaf toen was de mens IKgericht. Ze wilden als God worden, ze zagen dat  ze naakt waren, hun verlangens waren gericht naar de aardse dingen, wijs worden als God, veel kennis hebben zoals God. We moeten ons kleden.  Zo zien we tot nu toe de mens is IKgericht. IKgericht zijn, dan denk je allereerst, automatisch aan jezelf, je welzijn. Je voordeel, je eer, trots, noem maar op en je raakt er niet van verzadigd, je wordt hebzuchtig, wat Paulus zegt in Kolossenzen 3 dat het de zonde der afgoderij is. Ik en mijn geliefden nummer één. Je wordt gauw gekwetst want het raakt je eer. Je moet het allermooiste, het allerbeste hebben. Alles meer en beter zijn dan anderen. Je accepteert niet gauw raad van anderen als het niet in je voordeel is. Mijn vader had me geleerd toen ik nog klein was om me niet laten misleiden door complimentjes van mensen; niet laten merken wat je in je hart voelde of als iemand je kwetste. We hebben geleerd om nederig te zijn. Maar dat waren gemaakte nederigheid wat in wezen trots, hoogmoed was. Na de bekering begon de Heilige Geest aan mij stap voor stap te werken. Daarom begreep ik waarom ik de eerste tekst kreeg, Mattheus 6 vers 33. Ik moet GOD gericht zijn. En Romeinen 8, dat ik vanuit de Geest, mijn nieuwe leven moet wandelen. Ik begreep ook waarom God mij zeven dagen vóór mijn 15e jaar getrokken heeft tot Hem. Er moest zoveel aan mij gebeuren, deze grove diamant van God moet hard geslepen worden. Ik had heel sterke minderwaardigheidscomplex. Ik was een nietswaardig persoon, dom, lelijk, mijn mening werd nooit aangenomen of goed gekeurd. Alles wat niet goed was zat aan mij. Ik wist niet hoe ik me moest gedragen om goedkeuring te krijgen, thuis, op school en in de omgang. De Heilige Geest had met vol geduld stap voor stap aan mij gewerkt en het was een lange lijdensweg om geslepen te worden en mij klaar te maken voor de roeping die God had voor mij, en het blijft door tot het einde van je roeping. Je hebt niets van jezelf daarom ben je totaal afhankelijk van God. Dan besef en erken je volledig dat zonder Hem je niets kan doen. God geeft je nieuwe dingen die je nooit hebt geleerd of verwacht. Toen God Mozes riep bij de brandende braambos, wou Mozes niet. Hij verzon allerlei redenen om maar vanaf te komen. God zag diep in zijn hart dat hij wel wilde. Maar was IKgericht. Toen hij 40jr oud was, was hij sterk, beroemd en werd geëerd. Nu, op 80 jarige leeftijd, wat kon hij nog doen? Mensen zullen hem uitlachen. Hij zal voor schut staan voor farao. Eer van mensen zoeken we altijd. Het is zo heerlijk om geëerd te worden, vindt u niet? IKgericht. Maar toen hij toch gegaan was in afhankelijkheid van God, ging God hem stap voor stap vormen totdat hij één werd met God en in nederigheid en gehoorzaamheid Gods stem volgde. O, geweldige omgang had Mozes met God. Als God je roept dan kijkt God niet naar je bekwaamheid, je kennis, maar God geeft je nieuwe dingen zodat je helemaal afhankelijk bent van Hem. Paulus zei:

wat voor de wereld dwaas is, heeft God uitverkoren om de wijzen (van de wereld) te beschamen, en wat voor de wereld zwak is, heeft God uitverkoren om wat sterk (in de wereld) is te beschamen. 1 Korinthiërs 1:27

Dat had Paulus ook ervaren. Hij was een heel bekwame, goed gestudeerd in de Joodse wetten. Hij zou een goede leraar zijn voor de Joden, maar God had hem gekozen voor de heidenen die hij toen een afkeer had, zodat hij geheel afhankelijk werd van God. Daarom kon hij ook zeggen: 

Voorzeker, ik acht zelfs alles schade, omdat de kennis (het persoonlijk kennen) van Christus Jezus, mijn Here, dat alles te boven gaat. Om Zijnentwil heb ik dit alles prijsgegeven en houd het voor vuilnis, opdat ik Christus moge winnen. Filippenzen 3:8

Voordat Jezus hem riep, was hij Ikgericht. Hij vervolgde de christenen om zijn eer. Maar nu, als we zijn leven en zijn bedieningen volgen, zien we Paulus, een nederig man die afhankelijk was van God. Hij zei:

alles wat mij winst was, heb ik om Christus’wil schade geacht Filippenzen 3:7

Broeders en zusters, we hebben nu volop tijd om ons door de Heilige Geest te laten vormen om ons klaar te maken om van God te ontvangen wat God klaar heeft voor ons. Laat niets ons verhinderen. Ons IK gerichtzijn moeten we kruisigen. God kan het niet van ons afrukken, wij moeten vrijwillig afgeven. Dat staat ons in de weg om de geestelijke voorzieningen van God te ontvangen.

Die IKgericht zijn van ons verstoort onze verbinding met de Bron. Petrus  zegt in

1 Petrus 5:5: God wederstaat de hoogmoedigeen maar de nederigen geeft Hij genade.

Misschien zegt u, ik ben helemaal niet trots of hoogmoedig. We kunnen onszelf onderzoeken door reacties in gesprekken, door ons manier van denken. Hoe reageren we in gesprekken of bij het waarnemen van alles om ons heen? Zijn wij God gericht of IK gericht. In Psalm 10 schreef David hoe de houding van goddeloze (onbekeerde) mensen zijn: zo trots, hij denkt met zijn neus in de hoogte; hij vraagt geen rekenschap, zijn wegen zijn voorspoedig te allen tijde. Hij blaast tegen allen die hem benauwen. Hij zegt in zijn hart: ik zal niet wankelen. Zijn mond is vervuld met vloek. Zijn ogen bespieden de zwakke. Hij zegt in zijn hart: God vergeet het.

Dat zijn de ongelovigen. Maar als gelovige kinderen van God hebben we nog veel te maken met zulke handelingen en uitlatingen. Hebzucht, eigen eer. We zien zo vaak in onze bedieningen, vriendschap en vijandschap tussen dienstknechten van God, jaloezie, haat en nijd. Verdrietig! De grote, bekende sprekers worden geëerd. Goede vrienden trekken met elkaar op en verdedigen elkaar en praten elkaars zonde goed,  zelfs bevestigen met profetieën. Ze vergeten God bij al hun handelingen te betrekken. We zijn toch al bekeerd? Je hoeft God niet meer te raadplegen wat voor boodschap Hij wil dat je brengt. Je weet toch alles al. je hebt al zoveel ervaring en zoveel voorraad. We moeten leren van Jezus. Hij is God, maar Hij is Godgericht. Hij is één met Zijn Vader. Hij zei: alles wat Ik van mijn Vader gehoord heb, heb Ik u bekend gemaakt. God wil dat we ons richten tot Hem.

Nederigheid is Godgericht. Door je nederig te stellen tegenover God geef je jezelf over aan Hem. Je beseft en erkent dat je niets bent zonder God. Mozes, toen hij één werd met God, maakte God Zijn wegen aan hem bekend (Psalm 103:7). Hij deed geen stap zonder God. Hij zei tegen God:

Indien Gij niet zelf medegaat, doe ons van hier niet optrekken (Exodus 33:15).

En in vers 17 zei God: ook deze zaak, waarover gij gesproken hebt, zal Ik doen, omdat gij genade in mijn ogen gevonden hebt en Ik u bij name kent.

Geweldig! Maar zó wil God ook met ons omgaan. Dat Hij ons bij name kent. Natuurlijk kent God u, wie u bent, maar door de relatie met Hem worden we helemaal één met Hem, ons hart, ons denken, ons wil is niet meer Ikgericht, maar Godgericht.

David was een nederig man en Godgericht daarom prees hij God in alles. Hij loofde God altijd in zijn psalmen. Als we Godgericht zijn dan is ons  hart vol van lofprijzen en aanbidding tot God dan is er geen plaats voor depressie, angst, eigen eer, de eigenschappen van Ikgericht zijn. Door God te loven en prijzen en aanbidden zijn we Godgericht en verlangen we naar intieme relatie met God en dat is wat God behaagt en dan zal er geen storingen zijn om Gods overvloedige voorzieningen te ontvangen. Het is niet dat als we ons richten tot God dan zal God ons zegent. Nee, de zegeningen, de roeping en genadegaven, die zijn er al, maar  de IKgericht zijn van ons weerhoudt de stroom van de genadegaven Gods naar ons. De oorzaak van de verstopping of van de verhindering moet eruit gehaald worden, en dat is onze deel om het te doen.

Zoals Paulus is mijn bede voor ons allemaal:

Ik dank God te allen tijde over u, mijn geliefde broeders en zusters, vanwege de genade Gods, die u in Christus Jezus geschonken is; want in elk opzicht zijt gij rijk geworden in Hem: in alle woord en alle kennis, zodat gij ten  aanzien van geen enkele genadegave tekort komt, terwijl gij uitziet naar de openbaring van onze HERE JEZUS CHRISTUS. 1 Korinthiërs 1;4,5,7.

A M E N

God zegent u allen

Edith V