OVERDENKING 12-05-2020

Geliefde broeders en zusters in de Here Jezus Christus,

Behoed uw hart boven al wat te bewaren is, want daaruit zijn de oorsprongen des levens.

Spreuken 4:23

Dat is één van de zovele gouden teksten van mij die de Here mij gegeven heeft en al die jaren in mijn oren blijven klinken.

We hebben gisteren gehad over hoe ons hart verhard kan worden ondanks we al zo ver gevorderd zijn in ons leven met de Heer. Dat er toch delen in ons hart dat vereelt of ongevoelig zijn voor de Waarheid van Gods Woord. Jezus zegt in

Johannes 8:31, 32: Als u in Mijn Woord blijft, bent u waarlijk Mijn discipelen, en u zult de Waarheid kennen, en de Waarheid zal u vrijmaken.

Jezus is de Waarheid (Johannes 14:6). Als kinderen van God moeten we in de Waarheid wandelen en de volle waarheid hanteren en verkondigen. Maar hoe meer we open staan voor de dingen van de wereld, hoe meer we ongevoelig worden voor de dingen van God. Waarom waren de discipelen zo bevreesd en herkenden ze Jezus niet toen Hij op het water naar hen toe liep? Als we lezen in Marcus 6:48: Ze waren alles aan het doen om te overleven in de storm, want eigenlijk wilden ze niet vertrekken. Als ervaren vissers wisten ze dat er storm op komst was, maar omdat Jezus hen gedwongen had om de zee op te gaan, waren ze gegaan. Wist Jezus niet dat er storm op komst was? Natuurlijk wist Hij het wel, maar Hij wou dat zijn discipelen tot inzicht komen na alles wat ze hebben gezien en meegemaakt, dat Jezus, hun Meester van God komt en alles kan doen.

Nu zaten ze in de storm en probeerden ze met alle geweld om hun leven te redden. Ze herkenden in deze bizarre situatie hun Meester niet die hen juist tegemoet kwam. Marcus 6 vers 52 zegt dat hun hart was verhard. Ze waren niet tot inzicht gekomen bij het grote wonder van de spijziging van méér dan vijfduizend mensen, dat hun Meester alles kan doen, zelfs in de storm op het water kan lopen en dat zelfs de natuur Hem gehoorzaamden. Jezus zegt in

Mattheus 13:15: het hart van dit volk is vet geworden, en hun oren zijn hardhoren geworden, en hun ogen hebben zij toegesloten, opdat zij niet zien met hun ogen, en met hun oren niet horen, en met hun hart niet verstaan en zich bekeren, en Ik hen zou genezen.

Zo gebeurt ook met ons. Ons hart wordt gevoelig voor de dingen waarop we onze aandacht vestigen. We laten ons makkelijk beïnvloeden door onze  omgeving. Als we ons hart voeden met negatieve dingen dan wordt ons hart ongevoelig voor Gods heerlijke beloften voor ons, dan zal onze houding en handelingen ook negatief zijn. We zijn gevoelig voor de natuurlijke dingen die zichtbaar zijn dan voor de geestelijke dingen die onzichtbaar zijn. Mensen passen zich makkelijk aan het natuurlijke, het waarneembare dan aan de Echte Waarheid, en wordt ons hart ongevoelig voor het geestelijk werk dat God bezig is in ons. Waarmee je je hart voedt, dat beheerst  je leven.  Daarom zegt de tekst hierboven: Behoed uw hart boven al wat te bewaren is. Bewaakt het! Kijk uit waarmee je je hart vult. Natuurlijk moet je op de hoogte blijven van wat er gaande is in de wereld, maar het moet niet je hele hart en je leven in beslag nemen. 

In onze bediening was een dienstknecht van God die “last” heeft van overspel. Hij had altijd de drang om deze zonde te plegen. Er werd één van de bekende dienstknechten van God geroepen om voor deze man te bidden want er werd gezegd dat dit erfelijk was, omdat de ouders ook zo waren. Na verloop van tijd verviel hij weer in dezelfde zonde. Waarom? Dit heeft te maken met de voeding die wij geven aan ons hart. Je kan zoveel bidden maar als je je hart  blijft voeden met onreine dingen, vanzelfsprekend werkt het uit in je begeerten en je handelingen. De wortel van het kwaad moet eruit gehaald worden en dat doet God niet voor je, want Jezus heeft de macht van de zonde al verbroken aan het kruis. Je bent niet een robot dat je bidt en wordt opgelost. Dit heeft te maken met je zelf, met wat voor voeding je geeft aan je hart. Dat is de wortel van wat je geplant hebt in je hart en dat moet je zelf eruit halen. vergeving vragen en Jezus zegt: “zondigt niet meer!” en weest gevoelig voor de stem van de Heilige Geest.

De Joden hebben de wet en de profeten, maar hun geestelijke ogen zijn verblindt, dat ze Jezus niet herkenden als de beloofde Messias, waarover de profeten hebben geprofeteerd. Wij hebben de Here aangenomen en hebben relatie met God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest. We hebben de geestelijke gaven ontvangen en we zijn actief in Zijn werk en genieten van al de zegeningen, toch hebben we delen in ons hart die gevoelig gemaakt moeten worden door de Heilige Geest. Niemand is volmaakt, we zijn in de groeischool van de Heilige Geest. Erkent en belijdt het en weest gevoelig voor de stem en de leiding van de Heilige Geest. Paulus zegt: 

Niet dat ik het reeds zou verkregen hebben of reeds volmaakt zou zijn, maar ik jaag er naar, Fillipenzen 3:12

Één ding doe ik: vergetende  hetgeen achter mij ligt en mij uitstrekkende naar hetgeen vóór mij ligt, jaag ik naar het doel, om de prijs der roeping Gods, die van boven is, in Jezus Christus

Fillipenzen 3:14

Waar wij ons focussen, dat bepaalt ons doel, daarmee vullen we ons hart. Zoals

Spreuken 23:7 zegt: zo als iemand diep in zijn hart denkt, zo is hij.

Daarom zegt Paulus

Wandel door de Geest en voldoe niet aan het begeren van het vlees, want het begeren van het vlees gaat in tegen de Geest en dat van de Geest tegen het vlees – want deze staan tegenover elkander – zodat gij niet doet wat gij maar wenst. Galaten 5:16, 17

We kunnen ons hart niet tegelijkertijd vullen met dingen van de wereld zoals bezorgdheid, angst, vree, onreine dingen, vleselijke begeerten, enz en de geestelijke dingen, beloftes die God voorzien heeft voor ons. Als we door de Geest laat leiden dan zal ons hart ook meer verlangen naar de geestelijke voedsel, de Echte Waarheid, maar als we laten leiden door ons vlees (ziel) dan zullen we ook meegetrokken worden door allerlei dingen die te maken hebben met het welzijn van onze vlees, dan zijn onze ogen en ons hart gericht op de natuurlijke dingen en niet op de geestelijk dingen. Dan kunnen we de geestelijke dingen niet vatten en kunnen we makkelijk de dingen die we niet vatten weglaten zoals bijvoorbeeld:  wonderen en tekenen, genezingen, zoals Jezus opdracht heeft gegeven aan Zijn discipelen, doop met de Heilige Geest, het spreken in tongen, Geestelijke gaven. Dat kunnen we  niet vatten, dus dat doen we maar niet. We worden ongevoelig voor deze geweldige beloften van God. Ons hart wordt voor deze dingen verhard. Dat is geen zonde, maar we missen alle heerlijke voorzieningen en zegeningen die God klaar heeft voor ons om daarmee God te verheerlijken. En als we voor deze dingen ons hart sluit of verharden, dan kunnen we ons niet verdiepen in deze geestelijke zegeningen die God voor ons klaar heeft in de hemelse gewesten in Christus. Efeziër 1:3

A M E N

God zegene u allen

Edith V