OVERDENKING 22-05-2020

Geliefde broeders en zusters in de Here Jezus Christus,

We hebben in de afgelopen dagen samen het leven van koning Saul gevolgd, zoals Paulus zegt dat

Deze gebeurtenissen zijn ons ten voorbeeld geschied, opdat wij geen lust tot het kwade zouden hebben, zoals zij die hadden. 1 Corinthiërs 10:6

Gods roeping en plan staat vast voor ieder persoon. 

Eer Ik u vormde in de moederschoot, heb Ik u gekend, Jeremia 1:5

En Hij heeft voor een ieder van ons een plan (roeping) die past bij  Zijn grote plan. Zoals we gehad hebben dat de genadegaven en de roeping van God onberouwelijk is voor elk persoon. Maar het ligt aan ons of we het uitvoeren of niet, en of we het tot het einde toe kunnen volbrengen. En het plan van God voor ons kunnen we alleen met God samen uitvoeren. Daarom hebben we de Heilige Geest ontvangen om ons te leiden in het volvoeren van Gods plan.

We hebben gezien in het leven van koning Saul. God had alle geestelijke en  natuurlijke voorzieningen aan hem gegeven voor het volbrengen van zijn roeping; God had hem zelfs een andere hart gegeven en de Heilige Geest was op Hem, sinds de eerste dag dat hij wegging van Samuël. Hij bleef hardnekkig vasthouden aan zijn Ik; hoogmoed.

Spreuken 16:18b: Hoogmoed komt voor de val.

Petrus zegt in 

1 Petrus 5:5b: God wederstaat de hoogmoedigen, maar de nederigen geeft Hij genade.

Zo zien we in het leven van Saul. God had alles gedaan van Gods kant, maar hij bleef hardnekkig IKgericht, met gevolg had hij het plan van God voor hem en zijn nakomelingen verknald. Hij voltooide zijn taak, maar Gods Geest was van hem afgeweken. God had hem verworpen. Hij deed alles met zijn eigen kracht. Zijn leven was leeg. Toen in het tweede jaar van zijn regering, hij gezondigd had door het brandoffer te offeren, wat  niet zijn roeping en bediening was, zei God door Samuel: 

Gij hebt dwaas gehandeld; gij hebt niet in acht genomen het gebod van de Here, uw God, dat Hij u geboden heeft, anders zou de Here uw koningschap over Israël  voor altijd bevestigd hebben. Maar nu zal uw koningschap niet bestendig zijn. De Here heeft Zich een man uitgezocht naar Zijn hart en de Here heeft hem tot een vorst over Zijn volk aangesteld, omdat gij niet in acht genomen hebt wat de Here u geboden had. 1 Samuel 13:13, 14.

De Here heeft al een man uitgezocht, zei God door Samuel. David was nog niet eens geboren. In het gezin van Isai dacht men nog niet aan de geboorte van David. Dit bewijst dat, God al een plan voor een ieder van ons, lang voordat we geboren zijn. Bedenk dan wat voor plan God gehad heeft voor alle babies die geaborteerd zijn? 

Als we even een rekensommetje maken, in het tweede jaar van de regering van Saul, maakte God bekend dat Hij een man naar Zijn hart gekozen had om over Israël te regeren. Saul had 40 jaar geregeerd. Toen Saul overleden was begon David te regeren. Toen was David 30 jaar. 38 jaar voor Saul’s dood had Samuel het bekend gemaakt, dat betekent 8 jaar later, of in de tiende jaar van de regering van Saul was David geboren. Acht jaar vóór de geboorte van David  had God al bekend gemaakt. Toen God Saul verworpen had door zijn ongehoorzaamheid, niet Gods opdracht gevolgd had bij het verslaan van de Amalekieten, ging Samuel weg van Saul en tot zijn dood had Saul hem niet meer ontmoet. Maar Samuel bleef om hem rouwen, want Samuel hield veel van hem vanaf de eerste ontmoeting. Toen sprak God tot Samuel:

Hoelang zult gij nog leed dragen over Saul, en Ik heb hem toch verworpen, dat hij geen koning meer over Israël zal zijn? Vul uw hoorn met olie en ga heen; Ik zend u naar Bethlehemiet Isai, want onder zijn zonen heb Ik Mij een koning uitgezocht. 1 Samuel 16:1

Samuel hield veel van Saul. Nu moest hij opstaan en Gods opdracht uitvoeren. Hij gehoorzaamde God. Vaak door verdriet en teleurstelling luisterden we niet naar de stem van God om op te staan en verder te gaan met Gods opdracht voor ons. We rouwen om onze geliefden die plotseling dood zijn, of we zijn teleurgesteld door alle tegenslagen in het leven en in de bedieningen en alle beproevingen. We geven het op. Vaak gaan we meepraten met onze broeders en zusters die in de put zitten of die met hun leed en teleurstellingen zitten om te laten zien dat we mee voelen met hen, maar zo halen we hen niet eruit, maar duwen we hen nog dieper de put in, en blijven ze vast gericht aan zichzelf.

God schudde Samuel wakker uit zijn situatie. Hoelang zult gij nog leed dragen over Saul, hoe lang blijf je nog rouwen, Ik heb hem toch verworpen? Samuel gehoorzaamde God en nam zijn taak weer op.

Laten we altijd waakzaam zijns en alert, niet laten leiden door ons IK, maar weest gevoelig en gewillig voor de stem van de Heilige Geest. Terwijl ik dit schreef heb ik pijn en verdriet om het overlijden van mijn lieve vriendin, als mijn zusje, maar ik mag me niet laten meeslepen door mijn ziel, mijn gevoel en verdriet, ik moet sterk staan en God gehoorzamen om het Woord van mijn Liefdevolle Vader  te delen met mijn broeders en zusters.

Samuel was bang, dat als Saul te weten kwam zou hij Samuel doden, maar God gaf hem raad hoe hij het moest doen. Isai had acht zonen. Ze waren uitgenodigd om met Samuel aan het offer deel te nemen. God zei tegen Samuel:

Ik zal u te kennen geven wat gij doen moet; gij zult voor Mij zalven wie Ik u zal aanwijzen. 1 Samuel 16:3

Isai kwam met zijn zeven zonen. Toen de oudste zoon Eliab voor Samuel stond, dacht Samuel: Zeker staat hier voor de Here zijn gezalfde.

Doch de Here zeide tot Samuel: Let niet op zijn voorkomen noch op zijn rijzige gestalte, want Ik heb hem verworpen. Het komt immers niet aan op wat de mens ziet; de mens toch ziet aan wat voor ogen is, maar de Here ziet het hart aan. 1 Samuel 16:7.

Samuel had in zijn gedachten iemand zoals Saul. Saul was knap, lang, een goed figuur voor een koning.  Dat is wat de mens wil. Dat beeld had Samuel in zijn gedachten. Maar God ziet wat in het verborgene is, ons hart. God had Saul gekozen, naar de wil van het volk, hoe zij een koning zien, knap, lang, statig; buitenkant. Mensen kijken naar het uiterlijk. Heb je heel vaak in Gods werk. Mensen maken keuzes zonder God om raad te vragen. Het is Gods werk, God is de werkgever en Hij roept en stelt mensen aan voor de bedieningen die Hij klaar heeft voor een ieder. Mensen’s keuze is altijd IKgericht, voor zijn voordeel, vriendschap.

Eén voor één liet Isai zijn zeven zonen aan Samuel voorbij gaan, maar

Samuel zeide tot Isai: De Here heeft dezen niet verkoren. 1 Samuel 16:10.

Hierop ziede Samuel tot Isai: zijn dit al de jongens? Isai antwoordde: De jongste ontbreekt nog; zie hij weidt de schapen. 1 Samuel 16:11

David was niet erbij gehaald om met de profeet aan tafel te zitten, ze vonden hem niet belangrijk. De broers waren al groot en drie van hen dienden in het leger van koning Saul. David, een nakomertje, klein en goed genoeg om de schapen van zijn vader te hoeden. Zelfs op deze belangrijke dag, een bezoek van de profeet, werd David niet erbij gehaald. Ze waren hem vergeten, hij is onbelangrijk.

David schreef in

Psalm 27:10: Al hebben mijn vader en mijn moeder mij verlaten, toch neemt de Here mij aan.

Geweldig!

Toen zeide Samuel tot Isai: Laat hem halen, want wij zullen niet gaan aanzitten  (niet gaan eten), voordat hij hier gekomen is. 1 Samuel 16:11b

Toen hij kwam, zei de Here tegen Samuel: Sta op, zalf hem, want deze is het. Samuel nam de oliehoorn en zalfde hem te midden van zijn broeders. Van die dag af greep de Geest des Heren David aan. Daarna stond Samuel op en ging naar Rama. 1 Samuel 16:12-13

Samuel was nog steeds verdrietig om Saul. Hij kuste David niet, Saul toen wel. David was nog maar een jongen van 17 jaar; klein, niet lang en statig zoals Saul. Hij was rossig, en had mooie ogen en een schoon voorkomen. Gods keuze is anders dan onze keuze. 

Paulus zegt in

1 Korinthiërs 1:27: Wat voor de wereld dwaas is, heeft God uitverkoren om de wijzen te beschamen, en wat voor de wereld zwak is, heeft God uitverkoren om wat sterk is te beschamen. 

Vanaf die dag was Gods Geest met hem. Wat deed David nadat hij gezalfd werd door Samuel? Hij ging weer achter de schapen van zijn vader.

God heeft voor een ieder persoonlijk een plan in het grote plan van God voor zijn schepping. Gods grote plan gaat door. Gods plan voor ieder persoon, is afhankelijk van die persoon zelf om Gods stem te gehoorzamen en Gods roeping aan te nemen en erin te wandelen. Ieder persoon kan weigeren, aannemen maar niet handelen naar Gods wil en doet voor zijn eigen eer, zoals Saul. Gods roeping voor hem dat past in Gods grote plan werd verbroken.  Die persoon gaat voor zichzelf verder maar wijkt af van het grote plan van God. Zo verknald hij de roeping van God voor hem persoonlijk. Gods grote plan gaat door.

David was de tweede keuze van God om de grote plan van God te volvoeren. We zien ook met Mozes. God had Mozes geroepen om Zijn volk naar het beloofde land te brengen, maar doordat hij God niet geheiligd had voor het volk, kon hij het volk niet in het beloofde land brengen (Nummeri 20:12). God had Jozua in zijn plaats gekozen. Mozes had Gods plan voor hem niet kunnen volvoeren door zijn overtreding, maar Gods grote plan gaat door en daarvoor had God Jozua gekozen. En Jozua werd machtig gebruikt door God.

Hier hebben we geleerd dat al zijn we al bezig in de roeping en plan die God voor ons heeft, toch moeten we altijd in intieme relatie met God blijven zodat we weten wat Gods wil is voor ons in het volvoeren van Zijn plan. Het plan en de roeping en de genadegaven en bedieningen die God aan een ieder toevertrouwd heeft  is van Hem, daarom moeten we blijven in Hem, afhankelijk zijn van Hem. Jezus heeft ons een voorbeeld gegeven. Hij bleef constant in contact met Zijn Vader. Zo kunnen wij de stem en de wil van onze Vader kennen. Van Saul kunnen we leren dat al hebben we een nieuw hart (zoals Saul, kreeg een ander hart van God), al is de Heilige Geest altijd met ons, toch kunnen we ons eigen weg gaan. We kunnen IKgericht blijven. Daarom moeten we daaglijks ons hart onderzoeken, alle Ikgericht zijn belijden en afleggen zodat we Godgericht  leven en zo kunnen we God gehoorzamen.

Gods tweede keuze om Zijn grote plan te volvoeren werd machtig gebruikt door God. Jozua, David, Elisa. God wil een ieder van ons gebruiken, totdat God ons naar huis roept, of totdat Jezus terugkomt. God staat klaar om Zijn roeping in ons te volvoeren. Het ligt helemaal aan ons. 

Heden, indien gij Gods stem hoort, verhardt uw harten niet. Hebreeën 3:15

God is getrouw, door Wij gij zijt geroepen tot gemeenschap met Zijn Zoon Jezus Christus onze Here 1 Corinthiërs 1:9.

A M E N

God zegene u allen

Edith V